Tien Wintertips voor veilig autorijden

De winter breekt aan. Hier alvast Tien wintertips om veilig op weg te zijn én blijven!

  1. Maak de auto winterklaar: Is de accu in goede staat? Zijn de ruitenwissers aan vervanging toe? Is de reserveband nog in orde? Werken de remmen naar behoren? Breng je auto naar de garage voor een check-up.
  2. Wees behoedzaam: Houd rekening met onstuimig herfstweer. Sterke wind, de eerste regen, modder en natte bladeren kunnen wegen moeilijk begaanbaar maken. Ze kunnen samen met modder en olie een gladde laag vormen op de weg. Uitkijken en je snelheid aanpassen dus!
  3. Afstand, afstand, afstand: We kunnen het niet genoeg benadrukken: houd genoeg afstand van je voorligger. Bij natte of gladde wegen is je remafstand tot vijf maal langer dan op droge wegen.
  4. Bezuinig nooit op banden: Bezuinigen op banden is bezuinigen op veiligheid. Bekijk ze daarom goed. Hebben ze voldoende profieldiepte? Is er zichtbare schade? Is de bandenspanning op orde? En wist je dat bij temperaturen lager dan 7°C winterbanden beter presteren dan zomerbanden?
  5. Houd zicht (en weesvoorzichtig): Verbeter je zicht bij mist (bij zicht minder dan 200 meter) door de gedimde koplampen en mistlichten te gebruiken in plaats van de gewone koplichten. Gewone koplampen kunnen je zicht juist beperken bij dichte mist.
  6. Check de temperatuur: Een van de meest verraderlijke situaties is als het tussen nul en drie graden boven nul is. De wegen zien er dan goed uit, maar de grondtemperatuur kan onder nul zijn waardoor de wegen toch bevroren en dus glad, kunnen zijn.
  7. Wees beducht voor gladheid: Een natte weg is twee keer zo glad als een droge weg. Echter… een besneeuwde weg is weer twee keer zo glad als een natte weg. En een bevroren weg? Twee keer zo glad als een besneeuwde weg!
  8. Zet ‘m vrij: Gaat je met de auto op vakantie naar erg koude plaatsen? Neem een slotontdooier mee, maar bewaar deze niet in de auto. Parkeer je de auto buiten? Zet de auto dan niet op de handrem want deze kan vastvriezen. Zet ‘m gewoon in de eerste versnelling en draai het stuur in de richting van de stoeprand.
  9. Zorg voor basisbenodigdheden: Bij onvoorziene omstandigheden zijn een zaklamp, een deken, zand of zout eerste vereisten. Zorg dus dat je die altijd in de auto hebt.
  10. Volg een rijvaardigheidstraining: Jong of oud, beginnend of ervaren automobilist. Een rijvaardigheidstraining is voor niemand een overbodige luxe! Deze trainingen maken bestuurders bewust van de risico’s die het dagelijks verkeer met zich meebrengt en leren om gevaren te herkennen en te vermijden.

Deel dit bericht